Cuverville Island.

Woensdagmiddag na het middagdiner (dit is geen lunch meer te noemen) zijn we na twee uurtjes aangekomen bij Cuverville Island. Onze groep was de laatste van de vier en pas tegen zessen konden we aan wal. Op dit eiland huist een enorme kolonie ezelspinguins. We moeten van de expeditieleider minimaal 5 meter afstand houden, maar de pinguins malen daar niet om. Als ze op je af komen dan moet je blijven staan en lopen ze op 2 meter afstand voor je langs. Ze zien de mensen niet als vijand en storen zich totaal niet aan de groep bontgekleurde toeristen.

Donderdagmorgen werden we pas na 9 uur verwacht bij de bootjes voor onze eerste echte aanlanding op het Antarctische continent, bij Neko Harbour. Theoretisch kun je hiervandaan rechtstreeks naar de Zuidpool lopen, maar omdat die ca. 3000 km verderop ligt en we slechts een uurtje de tijd hadden hebben we dat maar niet gedaan. Wel kon je een heel eind de besneeuwde bergwand oplopen om aldaar beloond te worden met een fantastisch uitzicht over de baai. Om de weg terug wat vlotter te maken was er een soort rodelpaadje waardoor je op je kont naar beneden kon glijden. Deze kans liet Willem zich natuurlijk niet ontgaan en in no-time was hij beneden, een tweede plaats aantekenend qua afstand. Als hij dat geweten had, dan had hij helemaal niet geremd!

Het drijfijs wordt naarmate we zuidelijker komen steeds talrijker. Regelmatig moet de Delphin een uitwijkmanoeuvre maken om een ijsberg te ontwijken. Zo ook die middag in Paradise Bay waar we een Zodiactour gingen maken en even bij een Argentijns onderzoekstation het vasteland op konden. We voeren vlak langs gletsjers die wel 50 meter per richting zee schuiven, en waarvan er dus elk moment een stuk kan afbrokkelen. Helaas was dit vandaag niet het geval, maar het blijft allemaal reusachtig indrukwekkend.

`s Nachts gaan we niet ten anker, maar laat de bemanning het schip steeds in een ruime beschutte zeestraat gewoon drijven. Regelmatig wordt de motor even gestart om het schip in een veilige positie te brengen als ze te dicht naar de kant is gedreven, of als er een ijsberg op ons afdrijft om die dan te ontwijken. Het wordt wel schemerig, maar niet echt donker hier op de 64ste breedtegraad tijdens de Antarctische zomer.

Groetjes van Willem en Anja.

PS: dit scheepslaptopje herkent onze usb-stick niet dus de geplande foto´s kunnen wij niet plaatsen, jammer hè